In het vak Nieuwe Media kregen we onlangs wat meer informatie over het concept van “innovatieve media” of “journalistieke innovatie”. Basically, om tegen al het geruis in te gaan over hoe “journalistiek op sterven na dood” is (zoals wel eens wordt beweerd) en weet ik veel wat nog, gaat men nieuwe manieren bedenken om aan journalistiek te doen.
Dat kan dan zowel gebeuren door grote initiatieven, die innovatie ondersteunen (Fonds Pascal Decroos, ik kijk naar u), als door gebruik te maken van nieuwe manieren om het nieuws te verzamelen en verspreiden. Wat daarbij typisch is, is dat men kiest voor het gebruik van sociale media. Wat al wat minder vaak gebeurt is dat men ook op een andere manier dat nieuws dan gaat presenteren. Twee van de mogelijkheden die ik hierbij zelf erg interessant vond, zijn “slow journalism” en alles wat draait rond “visualisatie”.
Bij dat eerste probeert de journalist in te gaan tegen het snel sneller snelst dat de hele maatschappij overheerst. In de plaats hiervan, kiest hij (of zij!) ervoor om op een heel bewuste manier met beelden om te gaan – bijvoorbeeld: het volledige traject van een treinlijn filmen, en dat dan op z’n geheel uitzenden.
Bij dat tweede gaat het meer over de manier waarop beelden ook interactief kunnen worden (bv. een interactieve kaart), of op een vernieuwende manier kunnen worden aangebracht (bv. het gebruik van Vine – al staat dat medium nu eens wel op sterven na dood). Daarbij kan dat nog verder worden doorgevoerd naar storytelling. Dan gebruik je je visuele middelen niet enkel om je artikel bij te staan, maar wordt het verhaalelement van een journalistiek artikel volledig opgenomen in het beeld. Denk: graphic novel, longreads en virtual reality!
Wat later kregen we in het vak Onderzoeksmethoden een gastcollege waarin we te horen kregen dat de toekomst van de journalistiek wel eens bij het etnografische zou kunnen liggen. Waar journalistiek ernaar neigt zich te focussen op het bijzondere, het uitzonderlijke, focust etnografie zich op het gewone. Dat wat je iedere dag ziet, maar waar je je niet per se bewust van bent. Door in dat “gewone” het “uitzonderlijke” te erkennen, kan je immers komen tot een groter begrip van het “buitengewone” in de wereld waar we elke dag in rondlopen. Sure, dat is misschien wat kort door de bocht, maar daar komt het toch zo’n beetje op neer.
(Also, als dat je nu niet onmiddellijk het gevoel gaf dat je volkomen snapt wat etnografische journalistiek nu precies is, deze (weliswaar Engelstalige) paper geeft daar een heel wat uitgebreidere uitleg over!)
Maar: waarom dat niet wat verder doortrekken? Etnografie gaat bij het verzamelen van data in op iets wat doorgaans helemaal niet als journalistiek wordt gezien. Waarom dan niet, als we toch bezig zijn, die data ook weergeven op een manier die eigenlijk helemaal niet als journalistiek bedoelt was? In de VSA bestaat er iets genaamd letterboxing. Een soort (inter)nationale schattenjacht, waarbij je online clues kunt vinden die je moet ontrafelen om in real life een waterdicht doosje te vinden met een schat in.
Een Antwerps (denk ik, maar pin me daar niet op vast) bedrijf heeft met Chestnote een app bedacht die mij de digitale versie van die schattenjacht lijkt.
Bill Gates stelde in 1996 dat “Content is King“. Chestnote maakt daarvan: “If Content is King, then Context is God“.
Content is the information and experience(s) directed towards an end-user or audience. Content is something that is to be expressed through a medium, like speech, writing or any of various arts. It can be delivered via many different media including the internet, television, audio, books, magazines and live events.
Briefly, almost anything you see in traditional and new media is ‘content’.
Context is the way you are publishing, distributing and promoting your content. When you are pushing in the wrong context, it is not going to catch on with the readers. Your clients have become smart because of all the free resources on the internet. The real key to quality is making sure your context is right!
Gebaseerd op dat principe, wil Chestnote mensen toelaten om berichten te sturen waarvan je niet alleen kunt bepalen door wie, maar ook waar en wanneer ze gelezen worden. Zelf hebben ze al 8 manieren voorgesteld om Chestnote te gebruiken, die voornamelijk gericht zijn op marketeers, social media “experts”, en natuurlijk: privé-gebruik. Ik wil er aan dat lijstje nog eentje toevoegen.
Journalistiek
Dat daarmee de grenzen van het concept “journalistiek” nog maar eens wat verder worden open gerekt, staat boven discussie. De mogelijkheden zouden echter eindeloos zijn. Linken we even terug naar visualisatie – veel visueler dan “lees het waar het gebeurd is” kan al niet meer, toch? Ook waar het slow journalism betreft, gaat met deze applicatie een volledig nieuw gamma aan mogelijkheden open. Maar ik loop mezelf voorbij – wat is Chestnote nu precies? Zoals ik hierboven al zei, het is een applicatie die mensen wil toelaten berichten te sturen. Hoe precies?
Wel, zo:
Je maakt een bericht en kiest wanneer en waar je wilt dat het bericht gelezen kan worden. Daarna stuur je het naar je vrienden, publiceer je het – wat je maar wil. Je kan dus perfect een soort zoektocht opstellen, waarbij mensen eerst een eerder bericht moeten gelezen hebben, vooraleer ze te horen krijgen waar en wanneer ze het volgende bericht kunnen vinden.
Zoals ik hierboven al aanhaalde kan je door deze app te gebruiken, je nieuws een heel stuk visueler maken. Misschien maak je een achtergrondstuk rond een bepaalde veldslag? Maak die dan beschikbaar op de plaats waar die veldslag zich ook werkelijk heeft afgespeeld. Mogelijks ben je bezig over het behoud van een bepaald bos? Iedereen die over de app beschikt, krijgt zodra ze het bos passeren een melding over het nieuws. Nogmaals: veel visueler dan “ik ben letterlijk aanwezig op de plaats waar het nieuws zich afspeelt” kan niet meer.
Daarbij kunnen apps zoals Chestnote ook helpen de tijdelijkheid van het nieuws tegen te gaan – immers, de app richt zich op het langdurige, enkele van hun voorgestelde toepassingen zelfs heel expliciet: je kunt jezelf reminders sturen van je New Year’s Reoslutions, herinnerd worden aan je leukste momenten op exact die locatie waar je ze beleefde …
De ideeën variëren van kortdurig (een bachelor party kan uiteindelijk maar zo lang duren) tot extreem langdurig (kleinkinderen – dat is nog wat, 30 jaar?). En het nieuws kan dus ook voor zo’n periode bedoeld zijn!
Als journalist kan je dan nieuws maken dat een zekere voorkennis vereist. Nieuws waarbij je er van uit mag gaan dat je lezers minstens een beetje weten waar het over gaat. Nieuws dat mensen meer doet willen – en dat ook aanbiedt. Nieuws als een soort ultieme versie van Pokemon Go – maar dan met een iets langer durende rage. Nieuws voor een zeer specifieke groep mensen, of net nieuws dat iedereen met een zeer specifiek probleem in aanraking wil brengen.
In een tijd waarin een nieuwssite zichzelf al kan tegenspreken, amper enkele minuten nadat het een eerste bericht heeft gepubliceerd, mag de waarde van zo’n verschuiving niet onderschat worden. Als je nieuws jaren kan blijven circuleren, moet je immers wel zorgen dat het om a) juist, en b) nuttig nieuws gaat. Het zoveelste bericht over een B- of zelfs C-list celebrity hoeft dan voor mij dus niet.
Nu, het spreekt voor zich dat deze format enkel een aanvulling van de “gewone”, klassieke journalistiek kan zijn. Maar dat is best oké – dat geldt voor zowat ieder mogelijk “alternatief”. De manier waarop media nu draaien is, volgens mij dan toch, te zeer in onze maatschappij geïntegreerd om ze er ooit nog volledig uit te krijgen. Misschien is de beste manier om naar innovatie te streven in de journalistiek, niet het oude systeem er uit te gooien – hoe verleidelijk die optie ook mag lijken – zeker na het debacle dat de houding van de media tijdens de Amerikaanse verkiezingen was.
Here’s the thing. Het American Press Institute omschrijft journalistiek als volgt:
Journalism is the activity of gathering, assessing, creating, and presenting news and information. It is also the product of these activities.
Daarbij benadrukken ze dat het “doel”, het “nut” van journalistiek:
is not defined by technology, nor by journalists or the techniques they employ. Rather, the principles and purpose of journalism are defined by something more basic: the function news plays in the lives of people.
Met andere woorden: wat journalistiek journalistiek maakt, is niet het medium waarop het gebracht wordt, maar wel het feit dat er (nieuwe) informatie wordt gepresenteerd aan mensen. Nergens wordt daarbij gespecificeerd dat dat nieuws maximum 3 minuten oud mag zijn, of voortdurend geüpdatet moet worden.
Dat gezegd zijnde, is dat soort nieuws ook nodig – essentieel zelfs. Maar: er zijn meer mogelijkheden dan dat. Mensen zijn inherent creatieve wezens, en de manier waarop we nieuws produceren, realiseren en consumeren moet dat ook zijn. Creatief dus.
Dus slow journalism en visualisatie en schattenjacht waarbij het nieuws de grootste prijs is?
Laat het een meerwaarde zijn.