Dit artikel werd oorspronkelijk geschreven voor het vak Mediaopleiding: Print en Online Journalistiek aan de KU Leuven (voorjaar 2017).
Het leek zowat de ergste belediging die Trump voor zijn tegenkandidate, Hilary Clinton, kon bedenken: ze was een vrouw. Bijgevolg kon het Amerikaanse volk er niet op rekenen dat ze haar emoties zou kunnen controleren tijdens het presidentschap – een onoverkomelijke horde. Ze zou PMS’en, ze zou last hebben van haar hormonen, kortom: ze was emotioneel niet stabiel genoeg om de beslissingskracht te krijgen over enkele van de dodelijkste knopjes ter wereld. Een kernoorlog zou, ten hoogste een maand nadat ze het presidentschap overnam, een feit zijn.
Het mag ouderwets, vrouwonvriendelijk zelfs, klinken, maar die argumentatie blijkt nu gebaseerd op feiten – of toch minstens op geschiedenis. Van Caligula over Louis XIV tot Bill Clinton en J.F. Kennedy, allemaal hadden ze onvoorstelbare macht in hun handen. Allemaal wisten ze ook steeds, onder zowat alle omstandigheden, hun emoties onder controle te houden. Misschien was dat het resultaat van jarenlange training, misschien hadden ze gewoon van nature een uitzonderlijke zelfbeheersing. Of, nog waarschijnlijker: ze hadden allen enkele psychopathische trekjes.
Bij het horen van de term “psychopaat” denken de meeste mensen onmiddellijk aan Attilla de Hun, Hannibal of zelfs Dexter. De werkelijkheid blijkt, zoals wel vaker het geval is, iets ingewikkelder. Om te beginnen zijn er 8 verschillende kwaliteiten die psychopathie kenmerken. Vier daarvan, die worden gecategoriseerd onder de noemer “egoïstische impulsiviteit”, sluiten dicht aan bij de media-psychopaten. Machiavelliaanse egocentriciteit – ikke, ikke, ikke, en de rest kan stikke. Rebelse non-conformiteit: als jij het zegt doe ik het net daarom niet. Schuld veruitwendigen: het is niet (nooit) mijn schuld, maar wel de jouwe, want…. Zorgeloos niet-plannen: ik zie wel wat er gebeurt. De vijfde psychopathische kwaliteit kan wel degelijk nuttig zijn in een positie van macht: koudhartigheid. Een teveel daaraan kan echter het verschil maken tussen “ook jongeren naar de oorlog sturen” en “ook krijgsgevangenen vermoorden want je weet maar nooit.”
Het zijn de laatste drie kwaliteiten die psychopathie kenmerken die in een positie van macht net weer wél nuttig zijn. Niet te snel bang worden, immuun zijn voor stress en een zekere sociale invloed hebben zullen je niet alleen helpen tot een machtspositie op te klimmen, maar scheppen ook het idee dat je in die positie daadkrachtig zult kunnen optreden. Gecombineerd krijgen die drie kwaliteiten de noemer angstloze dominantie. Tijdens de meest recente Amerikaanse verkiezingen was die combinatie wel aanwezig bij Donald Trump, maar niet bij Hillary Clinton, Ted Cruz of Bernie Sanders. Die laatste was overigens de enige die voor geen enkele van de psychopathische kwaliteiten scoorde.
Wanneer je terugkijkt door de geschiedenis, valt meteen op dat de mensen waarvan je het zou verwachten, niet per se het meest psychopathisch zijn. Margaret Tatcher scoort, net als Elizabeth I, op geen enkele van de kwaliteiten noemenswaardig hoog. Toch wisten beide dames onder zowat alle omstandigheden een zodanig koel hoofd te bewaren, dat hen regelmatig een gebrek aan zorg voor hun volk werd verweten. Zelfs ruim 20 jaar na haar termijn als Prime Minister, zorgde de dood van Tatcher ervoor dat het nummer Ding Dong The Witch is Dead opeens de hitparades weer indook.
Ook het omgekeerde is overigens waar – personen die nog steeds worden gezien als het toonbeeld van “goed leiderschap” vertonen soms meer psychopathische kwaliteiten dan je zou verwachten. Jezus – jawel, de Jezus – scoort vrij hoog voor elke kwaliteit van de “egoïstische impulsiviteit”. Nog een grote man in het christendom, Paulus, scoort enkel voor koud-hartigheid niet noemenswaardig hoog.
Amerika lijkt uiteindelijk Trump te hebben gevolgd: de grootste psychopaat heeft gewonnen. Daarmee mag de 45ste president van de VSA zichzelf zien als opvolger van “groten” als J.F. Kennedy, Bill Clinton, Franklin Roosevelt en Andrew Jackson. Moet je dan een psychopaat zijn om president te worden? Nee, maar het helpt wel. Om te beginnen voelen mensen die hoger scoren voor de verschillende psychopathische kwaliteiten zich van nature meer aangetrokken tot beroepenvelden waar hun kwaliteiten het meest tot hun recht kunnen komen. Macht – in al haar vormen – kan daarbij een grote aanmoediging zijn voor de gemiddelde psychopaat. Volgens een onderzoek uit 2012 hebben de posities van CEO, advocaat, media-mens, verkoper en chirurg de hoogste concentratie aan psychopaten. Allemaal zijn dat posities waar stressbestendigheid een absolute must is. Op zich is dat niet per se een slechte zaak – wanneer je over het lot van andere moet beslissen, is het nooit slecht daar op een rationele manier over na te denken. Ook wanneer het over honderden mensen gaat, of wanneer iemands leven letterlijk in je handen ligt.
Het probleem ontstaat voornamelijk wanneer de andere psychopathische trekjes in beeld komen. In een groot bedrijf is het de houding van de CEO die mee bepaalt hoe de andere werknemers zich tegenover elkaar zullen gedragen. Een gebrek aan inlevingsvermogen en – daaruit volgend – geduld, soepelheid en kameraadschap kunnen leiden tot pestgedrag, het ondermijnen van andermans werk en zelfs tot grensoverschrijdend gedrag. De drang naar succes, naar het gebruiken van de psychopathische kwaliteiten, kan soms alle andere instincten overheersen.
Aan de andere kant van het spectrum, “de baas beslist”, kan het ook gevaarlijk zijn wanneer iemand met psychopathische kenmerken door het bos de bomen niet meer ziet. Dat ligt zelfs aan de basis van een specifiek soort fictief personage – denk aan Harry Potters Perkamentus, aan Mycroft Holmes uit de serie Sherlock. Het eeuwige vraagstuk bij dat soort mensen valt te herleiden tot: wanneer mag je beslissen dat het leven van 1 persoon niet meer opweegt tegen het uiteindelijke goed van vele anderen? Wanneer mag je de harde beslissingen rechtvaardigen, en wanneer behandel je anderen enkel als de stukken van een schaakspel dat alleen jij kan zien?
Daar vinden we misschien ook de reden dat psychopaten, of mensen met psychopathische kwaliteiten, vooral in periodes van conflict grote politieke macht overhandigt krijgen. Ze weten mensen niet alleen te overtuigen van hun kunnen, maar slagen er ook in die beslissingen te nemen waarvoor anderen zouden terugschrikken. Van Saddam Hussein, Oliver Cromwell en Adolf Hitler tot Winston Churchill, Willem de Veroveraar en George Washington: allen konden ze hun positie bereiken niet alleen omdat ze over die kwaliteiten beschikten, maar ook omdat de omstandigheden ernaar waren. Voor hun eigen volk waren ze een vorm van redding, iemand die de leiding kon nemen waar vele anderen terugschrokken.
Dat brengt ons dan ook bij het grootste probleem: psychopathische kwaliteiten kunnen nuttig zijn, ze kunnen worden ingeschakeld door een volk. Maar het gebrek aan empathie en inlevingsvermogen dat psychopaten vaak verweten wordt, kan binnen het grotere plaatje ook een belemmering worden. Vandaag de dag worden Saddam Hussein, Oliver Cromwell en Adolf Hitler eerder als de media-psychopaten gezien: net niet gek genoeg, ze mochten nog los lopen. De enige reden? Hun doel heeft gefaald. Hadden Winston Churchill en George Washington hun respectievelijke strijden verloren, dan zagen we hen nu in een even kwaad daglicht als Hitler en Hussein. De winnaar schrijft de geschiedenis. De verliezer wordt de slechterik.
Psychopaten aan de macht, het hoeft niet per se iets negatiefs te zijn. Onvermijdelijk lijkt het wel, wanneer een conflict in de lucht hangt. Dat Trump eind 2016 werd verkozen tot president van de Verenigde Staten, grootmacht après la lettre, geeft dan misschien ook meer informatie over de staat van de VSA dan over de echte voorkeur van het Amerikaanse volk. Ze hadden iemand nodig die beslissingen kon nemen – de geschiedenis zal uitwijzen of het een Hussein of een Churchill wordt. Het mag misschien een indicatie zijn: op de psychopatenschaal schoort Trump nog net iets hoger dan Hitler. Maak daarvan wat je wil.