Het heeft iets van Frankenstein die naar z’n monster kijkt en beseft dat het net dat is: een monster.
De auteur van You Are Not a Gadget draagt veel labels – op z’n site omschrijft Jaron Lanier zichzelf als computer wetenschapper, auteur, en componist. In grotere of kleinere mate heeft elk van die drie altijd iets met de andere elementen te maken.
Als een van de pioniers van onderzoek naar Virtual Reality stond hij mee aan de wieg van het bedrijf dat als eerste VR-producten verkocht. Dat was in de vroege jaren ’80, en sindsdien heeft hij niet stilgezeten. Een paar “honorary doctorates”, een prijs hier, een Lifetime Career Award daar. Voeg daar nog een aantal startups aan toe die later (direct of indirect) zijn overgekocht door the likes of Google en co. en je weet dat je hier niet met de geringste te maken hebt.
Als muzikant en componist houdt Jaron Lanier zich vooral bezig met het leren bespelen van instrumenten die de rest van de wereld al vergeten is. Zelf noemt hij het “unusual musical instruments”, maar als je dit clipje even gaat bekijken, zal je wel snappen wat ik bedoel.
Het is natuurlijk z’n rol als auteur die in dit boek van toepassing is, maar die is onlosmakelijk verbonden met zijn werk als computerwetenschapper én met z’n rol als componist. Hij schrijft immers over technologie, en gebruikt daarbij een muziekmetafoor (of 20) om z’n punt duidelijk te maken.
Specifiek heeft hij het dan vooral over MIDI (Musical Instrument Digital Interface), een technologie die het opnemen van muziek tot vandaag beïnvloedt – en in de jaren ’80 als noodoplossing werd bedacht.
Ik gebruik de term “noodoplossing” hier natuurlijk in eerder losse zin – or do I?
Om het met de woorden van Jaron Lanier te zeggen:
One day in the early 1980s, a music synthesizer designer named Dave Smith casually made up a way to represent musical notes. It was called MIDI. (…) There was no reason for MIDI to be concerned with the whole of musical expression, since Dave only wanted to connect some synthesizers together so that he could have a larger palette of sounds while playing a single keyboard. (p.7)
Wat ooit een methode was voor één amateur, werd “plots” de standaard manier om muziek in software weer te geven. Dat had heel wat gevolgen, maar een van de voornaamste is dat de muziekwereld nu nog steeds zit opgescheept met een specifieke software die eigenlijk heel beperkend is. Volgens Lanier zijn dergelijke lock in’s ook hoe langer hoe meer aanwezig in de hele maatschappij. En dat is niet iets waar we blij om moeten zijn:
Lock-in removes ideas that do not fit into the winning digital representation scheme, but it also reduces or narrows the ideas it immortalizes, by cutting away the unfathomable penumbra of meaning that distinguishes a word in natural language from a command in a computer program. (p.10)
Bij software is het UNIX, een operating system dat tot vandaag gebruikt wordt in alles van iPhones tot het World Wide Web, dat aan de basis ligt van deze lock-in. Bij mensen mag die specifieke evolutie dan nog niet compleet zijn, maar volgens Lanier raken we en masse hoe langer hoe meer vast in dezelfde vaste ideeën – en vergeten we zo onze lost freedoms.
Freedom is moot if you waste it. (p.131)
Zoals ik hierboven al aanhaalde omschrijft de auteur van You Are Not a Gadget zichzelf als computer wetenschapper, auteur, en componist. Ik wil daar toch graag een vierde label aan toevoegen: dat van filosoof. De manier waarop hij z’n boek indeelt alleen al, geeft een mooie verklaring voor mijn voorkeur voor dit etiket. Van What is a person? tot What will money be? , via The Unbearable Thinness of Flatness over Making the best of bits naar Future Humors. Van muziek naar politiek, sociologie naar technologie, economie via computationalism naar biologie: dit is een man die weet waarover hij spreekt. Het is er ook eentje die precies weet hoe hij dat spreken dan wil aanpakken.
Die hoe kan hier worden ingedeeld in twee aspecten: ten eerste omschrijft hij alles zeer woordig. De auteur is zich ervan bewust dat ze ook wel eens een Latijnse constructie durft in te zetten, maar eens je een joekel als
For me, the prospect of an entirely different notion of communication is more thrilling than a construction like the Singularity. Any gadget, even a big one like the Singularity gets boring after a while. But a deepening of meaning is the most intense potential kind of adventure available to us.” (p.192)
hebt doorworsteld, moet je toch even op adem komen, niet?
Voeg daar nog een hele hoop mentale experimenten aan toe, en dit is onmiddellijk een boek dat een dokterswaarschuwing vraagt.
*suizende oren, lichte duizeligheid en een opkruipende twijfel over de toestand van de wereld zijn bekende bijverschijnselen.*
Ten tweede gaat het hier om een man die zijn vakdomein kent. Niet zomaar “ik heb er eens een dagje over gelezen”, maar wel “Ik vermeld Turing, John von Neumann, het solipsisme en Publilius Syrus, en dat alles voor we aan pagina 40 zitten”. (ter referentie: het boek telt in totaal zo’n 200 pagina’s, dus een pittig stukje lectuur is het wel!)
Het gaat hier echter niet zomaar om name dropping – nee, Jaron Lanier is een auteur die precies weet waar hij heen wilt, en zijn weg daarnaartoe al had uitgestippeld voor hij ook maar een letter op papier zette. Of – want laat ons eerlijk zijn: wat weet ik nu? – zo lijkt het toch. Dat daardoor de samenhang van de hoofdstukken en kleinere onderdelen soms volslagen aan de lezer ontsnapt, lijkt dan eerder collateral damage. Van het soort dat vaak kan opgelost worden door na het lezen van ieder hoofdstuk nog eens de introductie ervan te bekijken, dan nog wel!
Maar goed. Frankenstein dus.
Ooit hielp Jaron Lanier mee aan de beginselen van digitale media. In You Are Not a Gadget kijkt hij terug en concludeert:
certain specific, popular internet designs of the moment – not the internet as a whole – tend to pull us into life patterns that gradually degrade the ways in which each of us exists as an individual. (p. ix-x)
Maar het is niet alleen het individu as such dat wordt weggevaagd. Ook onze kindness en creativity moeten er aan geloven:
The user interface designs that arise from the ideology of the computing cloud make people – all of us – less kind. Trolling is not a string of isolated incidents, but the status quo in the online world. (p. 61)
Entitlement has achieved its singularity and become infinite. (…) Human creativity and understanding, especially one’s own creativity and understanding, are treated as worthless. Instead, one trusts in the crowd, in the big n, in the algorithms that remove the risks of creativity in ways too sophisticated for any mere person to understand. (p.99)
Dat dat laatste dan ook nog eens negatieve implicaties heeft voor business helpt Laniers geloof in de mensheid natuurlijk ook niet vooruit. Want daar zit het probleem hem net: “It’s the people who make the forum, not the software.” (p.72) Het probleem zat hem niet bij het monster, maar wel bij dokter Frankenstein. Technologie kan maar doen waar het voor gemaakt is – het is wij die beslissen wat, precies, dat dan zal zijn.
(Omtrent dat hele business-aspect kan ik u trouwens, beste lezer, verwijzen naar een ander Manifesto, namelijk dat van Pemberton. Dat gaat heel wat dieper in op die specifieke problematiek, en is bovendien ook een stuk logischer opgebouwd. Dat het zichzelf identificeert als Neo-Luddistisch is iets waar u, jammer genoeg, mee om zult moeten kunnen.)
Gelukkige beperkt Lanier zich niet tot het schetsen van een problematiek – dat zou te gemakkelijk zijn, en daar kan hij, naar eigen toegeven, ook niet zo goed tegen:
No one’s ever been able to offer good advice for the dying newspapers, but it is still considered appropriate to blame them for their own fate. (p. 85)
Nochtans is “de oplossing” niet iets wat zomaar voor handen ligt – we zijn immers al locked-in, herinner je je nog?
Lanier gaat herhaaldelijk in op hoe sommige elementen van “het probleem” kunnen worden opgelost. Maar dan rijst natuurlijk de vraag: wat is precies “het probleem”? De warrigheid van het boek komt misschien wel voort uit de veelheid aan problemen die worden aangehaald, maar allemaal samen komen ze waarschijnlijk hier op neer:
The inherent rigidity of software becomes a metaphor for an alienated modern life mired in urban poverty. (p.135)
Van een aantal projecten waar hij al even aan werkt, tot een soort inktvis die zichzelf zowel onzichtbaar kan maken, als kan vermommen als elk object aanwezig in de oceaan (en je denkt nu dat ik ermee lach, maar dat doe ik niet – p. 184 zal u verlichten!)… Alles wordt erbij gehaald om mogelijkheden te schetsen. En daarmee lijkt Lanier zowat weer aan het begin van zijn relaas: er was eens een idealistische computerwetenschapper die een idee had. Heel erg kritisch, maar nooit hopeloos.
Computer science is mature enough to take this problem on. (p.116)
Zelfs Frankenstein maakte uiteindelijk een vrouw voor zijn monster.
Het boek:
Lanier, Jaron. (2010). You Are Not a Gadget: A Manifesto. New York: Vintage Books (Random House).
De aanrader:
Pemberton, J. M. (1997). Confronting the big lie: A neo-luddite manifesto. ARMA Records Management Quarterly, 31(1), 56-62. Retrieved from http://search.proquest.com/docview/227718763?accountid=17215