Dit artikel werd oorspronkelijk geschreven voor het vak Politieke Berichtgeving aan de KU Leuven (voorjaar 2017).
Ze mocht historisch heten, de overwinning van sp.a – Veurne Plus, zoals de plaatselijke afdeling wordt genoemd – in de gemeenteraadsverkiezingen van 2012. Het was van de 19de eeuw geleden dat een andere partij zich nog met de katholieken mocht meten. Hoewel de socialisten het nog in coalitie met CD&V moesten doen, stelt zich de vraag wat de verschuivende politieke waarden in 2018 zullen geven.
Ze noemen zich de Boetestad, en de torens van de Sint-Walburgakerk en de Sint-Niklaaskerk domineren het uitzicht. De Grote Markt wordt omgeven door 17de-eeuwse huizen met een Belfort, een Landshuis uit 1612 en het Spaans Paviljoen uit de tijd van de Spaanse overheersing. Het historische en het katholieke wordt al lachend wel eens typisch West-Vlaams genoemd. In Veurne is dat ook de waarheid: sinds 1885 domineert de Katholieke Partij (later CVP, nog later CD&V) al het politieke veld.
Het deed verwachten dat CD&V een gemakkelijke overwinning tegemoet ging.
Ruim 100 jaar na de kanteling van Liberale naar Katholieke Partij stond de volgende “grote naam” van de Veurnse politiek op: Jan Verfaillie. In 1998 nam hij het lint op als jongste burgemeester van Vlaanderen. Veertien jaar lang mocht hij de sjerp dragen, maar op zijn 40ste werd hij van de burgemeestersstoel tot vijfde schepen gedegradeerd. Peter Roose, in de jaren 90 nog vervangend Volksvertegenwoordiger voor Johan Vande Lanotte, nam het roer over. Met zo’n anderhalf keer het aantal voorkeursstemmen dat Verfaillie kreeg, wist Roose in 2012 zelfs CD&V te overtuigen de hoofd-functie door te geven.
Voor velen kwam de verandering van bestuur als een shock. Ruim een vierde van de stemgerechtigde bevolking van Veurne is ouder dan 65 – een bevolkingsgroep die zich al meermaals als katholiek-gericht had bewezen. In 2006, toen Verfaillie wél werd herverkozen, steeg deze verhouding zelfs nog! Dat dit de enige bevolkingsgroep is die in het Veurnse wel een stijging kende, deed dan ook verwachten dat CD&V een gemakkelijke overwinning tegemoet zou gaan.
Uit het post-electoraal onderzoek van Dimarso na de nationale verkiezingen van 2014 bleek dat CD&V de partij is waar het meest wordt gestemd uit gewoonte of traditie. Vooral het vertrouwen in de personen op de lijst was op landelijk niveau een doorslaggevend element om voor de christendemocraten te stemmen. In Veurne werd daar ook actief op ingespeeld: toenmalig burgemeester en toen nog Vlaams volksvertegenwoordiger Jan Verfaillie kwam op onder de slogans “Uw Burgemeester, uw vertrouwen” en “elke Veurnaar inbegrepen”. Het mocht niet baten.
CD&V kent al decennia lang een wisselvallig bestaan in Veurne.
Daarnaast zou een grote meerderheid van de nieuwe kiezers van CD&V afkomstig zijn uit de N-VA stemmers 4 jaar eerder. Ook in 2012 zou CD&V dus stemmen mogen verwachten uit de pool die zij de vorige gemeenteraadsverkiezingen nog deelden met hun toenmalige coalitiepartner.
Mooie theorieën, maar de realiteit heeft anders bewezen. Wat maakt Veurne dan zo anders? Om te beginnen haalden N-VA en CD&V samengeteld in 2012 zowat een derde meer stemmen dan ze de vorige gemeenteraadsverkiezingen samen hadden gedaan. Van ruim 45 % naar bijna 32 % voor CD&V en ruim 27 % voor N-VA mag allerminst een teleurstellend resultaat heten. Waar ze die stemmen vandaan zijn gaan halen? Vermoedelijk van de twee grote verliezers van de verkiezingen in 2012: zowel Vlaams Belang als VLD (die in Veurne opkwamen onder de naam VIA en net voor de verkiezingen hun lijsttrekker zagen overstappen naar CD&V) moesten zo’n 8 % aan stemmen inleveren. VIA hielt nog net een zetel over, Vlaams Belang zag zich van het politieke veld geschoven.
N-VA bleef met lege handen achter
CD&V kent bovendien al enkele decennia een wisselvallig bestaan: hoewel ze tot recent hun machtspositie konden behouden, was het geen uitzondering ze in twee verkiezingsperiodes 10 % stemmen te zien verliezen, of er tegen de daaropvolgende gemeenteraadsverkiezing weer 15 % bij te winnen. Veurne Plus moest, zo blijkt, niet eens meer stemmen winnen – stabiel blijven, terwijl alle andere partijen achteruit gingen of hun stemmenpool opsplitsten, was voldoende.
Het leverde wel een interessante gemeenteraad op: zowel CD&V als Veurne Plus mogen op 7 zetels rekenen. N-VA moet het met eentje minder doen en VIA ziet zich met zijn ene zetel eerder symbolisch dan voor de beslissingen aanwezig. In het schepencollege is de diversiteit nog minder aanwezig: zowel CD&V als S-PA mochten 3 schepenen aanleveren.
Naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 toe is het misschien wel daar dat tekenen aan de wand gezocht moeten worden. Met een burgemeester in huis, is Veurne Plus zowat het gezicht van de Veurnse politiek. Dat Peter Roose iedereen kent – en door iedereen gekend is versterkt dat feit alleen maar. Die gezichtsbekendheid moet echter niet per se een positieve factor zijn: de geschiedenis heeft al meer dan eens uitgewezen dat partijen ook kunnen worden afgestraft op de veranderingen die onder hun bewind werden doorgevoerd. Ook wanneer die veranderingen niet per se hun volledige goedkeuring of zelfs instemming droegen.
Het moet gezegd: het schepencollege zou kunnen zijn samengesteld met de demografie van Veurne in gedachten. Zowel Veurne Plus als CD&V hebben in hun portefeuille een ongeveer gelijke verdeling van de belanghebbende functies. Veurne Plus kreeg met leefmilieu, wonen en werk alle posten die de ouders van jonge gezinnen bezighoud, CD&V kreeg dan weer alles wat die ouders willen voor hun kinderen: onderwijs, kinderopvang en vrije tijd. CD&V ging bovendien ook lopen met landbouw – een functie waarvan het belang in een landelijke omgeving als Veurne niet onderschat mag worden.
Ik vrees dat iedereen beseft dat de waarheid kwetst…
Hoewel N-VA 6 zetels behaalde, bleven ze op het vlak van schepenen met lege handen achter. De vraag stelt zich dan ook of dat zich volgend jaar zal wreken. Op dat vlak is Veurne overigens geen unicum: in alle omringende gemeenten is CD&V op z’n minst een medespeler, in onder andere Alveringem hielpen ze zelfs mee een coalitie te vormen waardoor een partij met 6 zetels tot de oppositierol veroordeeld werd – een directe kopie van Veurne, lijkt het wel. Het lijkt dan ook boven twijfel te staan dat CD&V na volgend jaar nog mee Veurne zal “regelen”. Hun overlevingsdrang blijkt daarvoor te sterk, een coalitie is snel gevormd.
Zal het dan Veurne Plus zijn die de prijs moet betalen voor het “negeren” van een vijfde van de stemgerechtigde Veurnaars? De interne keuken lijkt dat wel te impliceren: de samenwerking verloopt allerminst van een leien dakje. Mogelijke strubbelingen bereikten begin dit jaar een hoogtepunt. De voormalige burgemeester, Jan Verfaillie, haalde toen scherp uit naar de meerderheid waar hij zelf deel van uitmaakt. Als schepen van “Financiën” en “Internationale Samenwerking” zit hij absoluut in een positie waarin hij mensen kan doen luisteren. Toch koos hij ervoor zijn kritiek over de impact van de brandweerhervorming voor Veurne, het gebrek aan camera’s voor nummerplaatherkenning op Veurnse wegen, de procedures voor privéverenigingen die evenementen willen organiseren en de openbare netheid in Veurne te uiten in Krant van West-Vlaanderen, editie Het Wekelijks Nieuws Veurne/Diksmuide.
De uitspraken hadden een crisisvergadering tot gevolg – “het bestuur [betreurde dat] een aantal pijnpunten in de media kwamen zonder intern overleg”. Datzelfde bestuur bevestigde ook haar vertrouwen in de coalitie, en liet Verfaillie zijn positie behouden. Alhoewel: “Hij wordt niet uit zijn functie gezet als schepen – daartoe kunnen wij hem trouwens niet dwingen,” zo stelde voorzitter Jef Germonpré. Diezelfde Germonpré raakte in 2012 met moeite herverkozen, maar mag nu Verfaillie vervangen als lijsttrekker. De schepen van Financiën heeft namelijk nog niet beslist of hij wel zal opkomen. Het persverbod dat hij van CD&V nog meekreeg zal die beslissing wellicht niet gemakkelijker maken – of misschien net wel?
Verfaillie zelf stelde over het debacle “Ik vrees dat iedereen beseft dat de waarheid kwetst.” Een partijgenoot bevestigde dat nog eens, door toe te geven dat “door het interview in Het Wekelijks Nieuws vorige week veel duidelijkheid [kwam] om eerlijker en opener te zijn, niet alleen binnen de partij maar ook in het coalitiebeleid.” Hoe oprecht de klachten ook mogen zijn, voor CD&V bood de controverse ook een zeker voordeel. Door hun (beperkte) onvrede uit te spreken voor de gemeenteraadsverkiezingen, ligt de verantwoordelijkheid voor het toekomstige beleid nu meer dan ooit in de schoenen van Veurne Plus. Of dat in hun voordeel, dan wel in hun nadeel zal spelen, blijft voorlopig de vraag.